“Ik wil een job vinden die ik graag doe tot aan mijn pensioen.”

 

“Ik wil een job vinden die ik graag doe tot aan mijn pensioen.”

Ze kijkt mij aan met iets van vastberadenheid in haar ogen. Iets van wanhoop, ook.
Ik twijfel even, besluit dan toch te grinniken en zeg dat ik mij moeilijk kan voorstellen dat uitgerekend zij, begin 30, met heel veel plannen, de komende 30 jaar op dezelfde job zal zitten.

Ze grinnikt even mee, twijfelend. De vorige keer dat we elkaar zagen, hebben we samen uitgezocht dat ze graag mee iets uitbouwt, veel kansen ziet, een stevige creatieveling is en op het punt staat om zich voor twee cursussen tegelijk in te schrijven.

Wat bedoelt ze echt?

Wat bedoelt ze echt, met die job graag doen tot aan haar pensioen?
Allereerst wil ze weer een werkplek waar ze met plezier naartoe gaat. Nu sleept ze zich naar haar werkstek. “Soms zijn er wel goede momenten”, voegt ze eraan toe, maar eigenlijk voelen we met ons tweeën aan dat ze de job ontgroeid is. En dat ze hierop blokkeert. Want hoe moeilijk is dat, aan jezelf en binnenkort ook aan je collega’s vertellen dat je iets anders wil gaan doen?

Ook beseft ze dat ze er een eerste keuze nodig is tussen die vele mogelijkheden en interesses. Ze wil kiezen en dit toegeven aan zichzelf, betekent ook toegeven dat er stevige stappen aankomen: beslissen welke weg of welke wegen ze uitgaat. Welke projecten ze eventueel opneemt. Solliciteren, ook al krijgt ze buikpijn van elke brief die ze moet schrijven. En met haar partner bekijken of er financiële ruimte is om een opleiding te volgen.

Ja, dat zijn grote vragen. Je zou voor minder wensen voor ‘een job die nu voor het oprapen ligt en die je blijft doet tot je pensioen.

Twee mogelijke wegen, een derde mini-weg en de incubator

En toch… landen we. Enkele uren laten hebben we samen zelfs een soort stappenplan uitgetekend. Die ene job tot aan haar pensioen hebben we omgeturnd in twee mogelijke wegen, en een derde mini-weg. Haar talenten en interesses hebben een plek gekregen, net als haar blokkades en hoe ze die zou kunnen en willen aanpakken.

“Het ziet er overzichtelijk uit”, zucht ze. “Ik voel ook wat ik niet zal doen, en wat een opluchting.” Dat het hard is geweest, om te beslissen welke twee wegen voorrang krijgen. En dat ze het precies even nodig had, iemand die vertelde dat we nu echt prioriteiten gingen kiezen, terwijl de andere ideeën even in de ‘incubator’ mogen.

Veel interesses én focus

Ideeën serveren we niet zomaar af in coaching. We weten nooit wat het leven nog in petto heeft. Het altijd goed om naast een plan A en een plan B, ook nog een plan C in het achterhoofd (of in de incubator) te houden. En misschien nog wel een plan D. Dat is goed voor mensen met veel interesses en energie. Je kan ze creatieve generalisten noemen, multipotentials. Of gewoon mensen met meer dan één grote interesse, personen die je niet vastpint op één project.  Heerlijke mensen. Ook zij hebben focus nodig. Daar komt de (loopbaan)coach van pas: om jezelf en je plannen weer helder te krijgen.

Of, zoals zij het zegt: “Ik kan nu weer verder. Met wie ik ben, met wat ik wil en wat ik misschien niet zal doen.”

Daar doen wij loopbaancoaches het voor.

 

Ilona Plichart

Loopbaancoach en I Love My Job-architect

Tags: balans, werkgeluk
Terug naar overzicht